Het strijdverloop en de overwinning


4.4 Het strijdverloop en de overwinning

Kaartje 'het beleg van Alesia' op p. 225 uit HERM, G., De Kelten. Voorlopers van een verenigd Europa. Baarn, Tirion, 1975, 251 p.

Alesia

"Sub muro, quae pars collis ad orientem solem spectabat, hunc omnem locum copiae Gallorum compleverant fossamque et maceriam sex in altitudinem pedum praeduxerant. Eius munitionis quae ab Romanis instituebatur circuitus XI milia passuum tenebat. Castra opportunis locis erant posita ibique castella viginti tria facta, quibus in castellis interdiu stationes ponebantur, ne qua subito eruptio fieret: haec eadem noctu excubitoribus ac firmis praesidiis tenebantur."

D.B.G., VII, lxix


"Aan de voet van de muur, op de oostelijke helling van de heuvel, hadden de Gallische troepen deze hele ruimte bezet en hadden er een gracht vóór gegraven en een zes meter hoge muur vóór opgetrokken. De omtrek van de door de Romeinen begonnen schanswerken bedroeg 10 mijl. De kampen lagen op geschikte terreinen en daar waren 23 forten gebouwd. In die forten werden overdag wachtposten geplaatst opdat er geen plotse uitval zou gebeuren. 's Nachts werden diezelfde forten bezet door schildwachten en sterke garnizoenen."

Het beleg van Alesia neemt zijn aanvang

"Opere instituto fit equestre proelium in ea planitie, quam intermissam collibus tria milia passuum in longitudinem patere supra demonstravimus. Summa vi ab utrisque contenditur. Laborantibus nostris Caesar Germanos summittit legionesque pro castris constituit, ne qua subito irruptio ab hostium peditatu fiat. Praesidio legionum addito nostris animus augetur: hostes in fugam coniecti se ipsi multitudine impediunt atque angustioribus portis relictis coacervantur. Germani acrius usque ad munitiones secuntur. Fit magna caedes: nonnulli relictis equis fossam transire et maceriam transcendere conantur. Paulum legiones Caesar quas pro vallo constituerat promoveri iubet. Non minus qui intra munitiones erant pertubantur Galli: veniri ad se confestim existimantes ad arma conclamant; nonnulli perterriti in oppidum irrumpunt. Vercingetorix iubet portas claudi, ne castra nudentur. Multis interfectis, compluribus equis captis Germani sese recipiunt."

D.B.G., VII, lxx


"Toen de schansarbeid begonnen was, vond er een ruiterijgevecht plaats in die vlakte, die we hierboven hebben beschreven als een vlakte die tussen drie heuvels zich uitstrekte over een lengte van drie mijl. Aan weerszijden werd er met al hun krachten gestreden. Wanneer onze soldaten het te erg kregen, zond Caesar hun de Germanen ter hulp en stationeerde hij de legioenen voor het kamp,om een plotse inval van het voetvolk van de vijanden te verhinderen. Gesteund door de legioenen schepten onze mannen weer moed: de vijanden werden op de vlucht gedreven en ze verhinderden elkaar door hun grote aantal en ze hoopten opeen bij de poorten die te eng werden. De Germanen volgden hen vol vuur tot aan de versterkingen. Er vond een groot bloedbad plaats: sommigen trachtten, nadat ze hun paard hadden achtergelaten, de gracht over te steken en de muur te beklimmen. Caesar beval de legioenen die hij vóór de wal had opgesteld om een korte afstand vooruit te rukken. De Galliërs die zich binnen de verschansingen bevonden, werden nu evenzeer verschrikt. In de waan dat de vijand dadelijk naar hen zou komen, riepen de Galliërs 'te wapen'. Sommigen drongen doodsbang de vesting binnen. Vercingetorix beval de poorten te sluiten om de kampen niet van troepen te ontbloten. Na vele slachtpartijen en de inbeslagname van een aantal paarden, trokken de Germanen zich terug. "

Vercingetorix zendt de cavalerie weg

"Vercingetorix, priusquam munitiones ab Romanis perficiantur, consilium capit omnem ab se equitatum noctu dimittere. Discedentibus mandat ut suam quisque eorum civitatem adeat omnesque qui per aetatem arma ferre possint ad bellum cogant. Sua in illos merita proponit obtestaturque ut suae salutis rationem habeant neu se optime de communi libertate meritum in cruciatum hostibus dedant. Quod si indiligentiores fuerint, milia hominum delecta octoginta una secum interitura demonstrat. Ratione inita se exigue dierum triginta habere frumentum, sed paulo etiam longius tolerari posse parcendo. His datis mandatis, qua opus erat intermissum, secunda vigilia silentio equitatum mittit. Frumentum omne ad se referri iubet; capitis poenam eis qui non paruerint constituit: pecus, cuius magna erat copia ab Mandubiis compulsa, viritim distribuit; frumentum parce et paulatim metiri instituit; copias omnes quas pro oppido collocaverat in oppidum recepit. His rationibus auxilia Galliae exspectare et bellum parat administrare."

D.B.G., VII, lxxi


"Vercingetorix vatte het plan op 's nachts zijn gehele ruiterij weg te sturen, alvorens de Romeinen nog de laatste hand konden leggen aan de schanswerken. Bij hun vertrek maande hij aan dat ieder van hen naar zijn stam moest toegaan en al de weerbare mannen voor de oorlog aan te werven. Hij stelde hen zijn diensten die hij bewezen had voor ogen en bezwoer hen aan zijn leven te denken en hem, die zoveel had gedaan voor de algemene vrijheid, niet aan de vijand over te geven om door hen gefolterd te worden. Want hij toonde aan dat indien zij achteloos zouden zijn, 80.000 uitgelezen manschappen samen met hem om het leven zouden komen. Hij had gerekend dat hij graan voor nauwelijks dertig dagen, maar men kon het door spaarzaamheid nog wat langer uithouden. Toen hij hun dat op het hart had gedrukt, zond hij tijdens de tweede nachtwake, de ruiters in stilte weg langs een opening in onze schanslinie. Hij beval hun al het graan af te leveren en stelde de doodstraf vast voor wie niet gehoorzaamde. Het vee, dat talrijk was, werd door de Mandubii bijeengedreven en hij wees het man voor man toe. Hij besloot het graan zuinig en geleidelijk aan af te meten. Hij trok al de troepen die hij vóór de vesting had geplaatst, in de vesting terug. Dankzij deze maatregelen bereidde hij zich voor om op de Gallische hulptroepen te wachten en de oorlog te leiden. "

Dus vertrokken ze 's nachts langs de bres die zich voordeed in de Romeinse linie, waarschijnlijk langs de Penevelle, in stilte. Ofwel hoorden de Romeinen hen echt niet ofwel lieten ze hen gewoon gaan omdat ze beseften dat ze hiertegen toch niets konden doen. Vercingetorix had zijn ruiterij aangemaand om snel te handelen aangezien de voedselvoorraden snel slonken die moest dienen voor de 80.000 infanteristen ter plaatse, de vluchtelingen, het vee en de dieren die de wagens hadden getrokken.

Caesars fortificaties

"Quibus rebus cognitis ex perfugis et captivis, Caesar haec genera munitionis instituit. Fossam pedum viginti directis lateribus duxit, ut eius fossae solum tantundem pateret quantum summae fossae labra distarent. Reliquas omnes munitiones ab ea fossa pedes quadringentos reduxit, [id] hoc consilio, quoniam tantum esset necessario spatium complexus, nec facile totum corpus corona militum cingeretur, ne de improviso aut noctu ad munitiones hostium multitudo advolaret aut interdiu tela in nostros operi destinatos conicere possent. Hoc intermisso spatio duas fossas quindecim pedes latas, eadem altitudine perduxit, quarum interiorem campestribus ac demissis locis aqua ex flumine derivata complevit. Post eas aggerem ac vallum duodecim pedum exstruxit. Huic loricam pinnasque adiecit grandibus cervis eminentibus ad commissuras pluteorum atque aggeris, qui ascensum hostium tardarent, et turres toto opere circumdedit, quae pedes lxxx inter se distarent."

D.B.G., VII, lxxii


"Toen Caesar dit van overlopers en gevangenen vernomen had, liet hij versterkingen van deze soort bouwen : hij deed een twintig voet brede gracht met loodrechte wanden graven, zodat de bodem van deze gracht juist zo breed was als de afstand tussen de beide randen. Al de overige versterkingswerken liet hij vierhonderd passen van de versterkingen af zetten. Aangezien hij wel verplicht was zo'n grote ruimte te omwallen en men niet gemakkelijk de ganse schanslinie door een ring van soldaten kon omgeven, had dit tot doel te beletten dat een groot aantal vijanden onvoorzien 's nachts naar de schanswerken zou toesnellen of over dag werptuigen konden slingeren naar onze voor de schansarbeid bestemde manschappen. Op die afstand liet hij twee vijftien voet brede grachten, met dezelfde diepte uitgraven. Waarvan hij de binnenste, in een lage veldstreek, vulde met water van de rivier afgeleid. Daar achter bouwde hij een twaalf voet hoge verdedigingswal. Daaraan voegde hij een borstwering en kantelen, met grote gaffels die uitstaken tussen de dekschermen en de wal, om de vijand, bij het beklimmen ervan, te stuiten. En hij om-gaf het gehele verdedigingswerk met torens die op 80 voet van elkaar afstonden."

De Romeinse belegeringswerken. Reproductie van een gravure van
l'Histoire de France voor de basiscursus S.U.D.E.L.

De burgers van Alesia worden uit hun vesting gezet

"Sententiis dictis constituunt ut ei qui valetudine aut aetate inutiles sunt bello oppido excedant, atque omnia prius experiantur, quam ad Critognati sententiam descendant: illo tamen potius utendam consilio, si res cogat atque auxilia morentur, quam aut deditionis aut pacis subeundam condicionem. Mandubii, qui eos oppido receperant, cum liberis atque uxoribus exire coguntur. Hi, cum ad munitiones Romanorum accessissent, flentes omnibus precibus orabant, ut se in servitutem receptos cibo iuvarent. At Caesar dispositis in vallo custodibus recipi prohibebat."

D.B.G., VII, lxxviii

"Toen ze hun mening hadden uitgesproken, bepaalden zij dat diegenen die wegens hun slechte gezondheid of leeftijd niet bruikbaar schenen voor de oorlog, moesten weggaan en dat ze alles zouden beproeven vooraleer ze hun toevlucht zouden nemen tot Critognatus' voorstel. Toch zou men, als de omstandigheden hen ertoe dwongen en de hulptroepen zouden uitblijven, eerder op dat voorstel ingaan dan een voorwaarde van onderwerping of vrede te moeten ondergaan. De Mandubii, die hen in hun vesting hadden opgenomen, werden gedwongen met vrouw en kinderen heen te gaan. Toen zij dicht bij de versterkingswerken van de Romeinen gekomen waren, smeekten ze hen al huilend door middel van vele gebeden dat zij hen als slaven zouden opnemen en hen zouden helpen door eten te geven. Maar Caesar liet de wal door wachtposten bezetten en verbood hen binnen te laten."

De Gallische hulptroepen duiken op

De Gallische hulptroepen komen ter hulp geschoten.

Het Gallische hulpleger te Alesia. Illustratie van Jean - François Daniau.

"Interea Commius reliquique duces quibus summa imperi permissa erat cum omnibus copiis ad Alesiam perveniunt et colle exteriore ocupato non longius mille passibus ab nostris munitionibus considunt. Postero die equitatu ex castris educto omnem eam planitiem, quam in longitudinem tria milia passuum patere demonstravimus, complent pedestresque copias paulum ab eo loco abditas in locis superioribus constituunt. Erat ex oppido Alesia despectus in campum. Concurrunt his auxiliis visis; fit gratulatio inter eos, atque omnium animi ad laetitiam excitantur. Itaque productis copiis ante oppidum considunt et proximam fossam cratibus integunt atque aggere explent seque ad eruptionem atque omnes casus comparant."

D.B.G., VII, lxxix

"Intussen kwamen Commius en de overige aanvoerders aan wie het hoge commando was toevertrouwd, met al hun troepen bij Alesia aan en nadat ze een heuvel buiten onze vestingsgordel hadden bezet, legerden ze er op niet meer dan één mijl van onze versterkingswerken af. 's Anderendaags lieten zij hun ruiterij uit het kamp rukken en vulden er de ganse vlakte mee, die zoals we zeiden, drie mijl breed was. Zij verwijderden hun infanterie wat van die plaats en stelden ze op de hoger gelegen plaatsen op. Vanuit Alesia was er een uitzicht naar beneden over de vlakte. Bij het zien van de hulptroepen liepen ze te hoop; Er ontstond een vreugdebetoon onder hen en de zielen van allen werden tot vreugde aangewakkerd. Zo deden ze hun troepen aantreden en gingen vóór de vesting legeren: de dichtstbijzijnde gracht bedekten ze met vlechtwerk, dempten ze met puin en ze bereidden zich voor op een uitval en op allerhande mogelijkheden."

Het hogergelegen kamp onder druk

"Caesar idoneum locum nactus quid quaque ex parte geratur cognoscit; laborantibus summittit. Utrisque ad animum occurrit unum esse illud tempus, quo maxime contendi conveniat: Galli, nisi perfregerint munitiones, de omni salute desperant; Romani, si rem obtinuerint, finem laborum omnium exspectant. Maxime ad superiores munitiones laboratur, quo Vercassivellaunum missum demonstravimus. Exiguum loci ad declivitatem fastigium magnum habet momentum. Alii tela coniciunt, alii testudine facta subeunt ; defatigatis in vicem integri succedunt. Agger ab universis in munitionem coniectus et ascensum dat Gallis et ea quae in terra occultavreant Romani contegit ; nec iam arma nostris nec vires suppetunt."

D.B.G., VII, lxxxv

"Caesar had een geschikte plaats gevonden van waaruit hij alles wat er overal gebeurde, kon zien. Hij zond hulp aan diegenen die in gevaar verkeerden. Het kwam beide partijen voor de geest dat dit het ogenblik onder alle was, waarop men zich het meest moest inspannen. De Galliërs wanhoopten aan elk behoud, indien zij de verschansingen niet konden doorbreken. De Romeinen verwachtten het einde van al hun inspanningen, als ze hun stellingen konden behouden. Het ergst had men het te verduren bij de hogergelegen versterkingswerken, waarheen men, zoals we reeds zeiden, Vercassivellaunus had gezonden. De geringe afhelling van het terrein was een gewichtige factor. De enen wierpen met projectielen, de anderen vormden het schutdak en naderden. Ongedeerde mannen volgden op hun beurt diegenen op die vermoeid waren. Een aarden dam werd door allen tot bij de versterking opgeworpen: hij verschafte de Galliërs een opgang en bedekte de hindernissen die de Romeinen in de grond hadden verborgen. Reeds waren noch de wapens noch de krachten toereikend voor onze manschappen."

De Romeinse cavalerie wint de beslissende slag

"Eius adventu ex colore vestitus cognito, quo insigni in proeliis uti consuerat, turmisque equitum et cohortibus visis quas se sequi iusserat, ut de locis superioribus haec declivia et devexa cernebantur, hostes proelium committunt. Utrimque clamore sublato excipit rursus ex vallo atque omnibus munitionibus clamor. Nostri omissis pilis gladiis rem gerunt; Repente post tergum equitatus cernitur; cohortes aliae appropinquant. Hostes terga vertunt; fugientibus equites occurrunt. Fit magna caedes. Sedulius, dux et princeps Lemovicum, occiditur; Vercassivellaunus Arvernus vivus in fuga comprehenditur; signa militaria septuaginta quattuor ad Caesarem referuntur: pauci ex tanto numero se incolumes in castra recipiunt. Conspicati ex oppido caedem et fugam suorum desperata salute copias a munitionibus reducunt. Fit protinus hac re audita ex castris Gallorum fuga. Quod nisi crebris subsidiis ac totius diei labore milites essent defessi, omnes hostium copiae deleri potuissent. De media nocte missus equitatus novissimum agmen consequitur: magnus numerus capitur atque interficitur; reliqui ex fuga in civitates discedunt."

D.B.G., VII,lxxxviii

"Zijn aankomst werd door de kleur van zijn mantel te kennen gegeven, die hij gewoonlijk in het gevecht als herkenningsteken droeg. Nadat de afdelingen van de ruiterij en de cohorten die hij bevolen had hem te volgen, werden bemerkt, aangezien de vijanden vanaf de hoogstgelegen plaatsen deze hellingen en glooiingen konden zien, begonnen zij het gevecht. Aan weerskanten weerklonk er geschreeuw beantwoord door kreten op de wal en in de versterkingswerken. Onze troepen lieten hun speren vallen en streden met hun zwaarden. Plots werd onze ruiterij van achteren bemerkt; andere cohorten naderden. De vijand sloeg op de vlucht; de ruiterij liep de vluchtenden tegemoet. Een groot bloedbad werd aangericht. Sedulius, de aanvoerder en de leider van de Lemovices, werd gedood. Vercassivellaunus de Arverniër was levend op zijn vlucht gevangen genomen. Vierenzeventig veldtekens werd bij Caesar aangebracht, slechts weinigen van die grote massa keerden ongedeerd terug in het kamp. Toen zij vanuit de vesting de slachtpartij en de vlucht van hun manschappen zagen, wanhoopten ze aan hun redding en trokken zij hun troepen van de verschansingen weg. Op dat bericht vluchtten de Galliërs dadelijk uit hun kamp. En indien de soldaten niet uitgeput geweest waren door het talrijke versterking bieden en door de vermoeienissen van de ganse dag, hadden ze alle troepen van de vijand kunnen uitroeien. Omstreeks middernacht werd de ruiterij gezonden en die haalde de achterhoede in; een groot deel ervan werd gevangen genomen of gedood; de overigen verdeelden zich al vluchtend over de stammen."

Vercingetorix geeft zich over

"Postero die.Vercingetorix concilio convocato id bellum se suscepisse non suarum necessitatium, sed communis libertatis causa demonstrat, et quoniam sit fortunae cedendum, ad utramque rem se illis offerre, seu morte sua Romanis satisfacere seu vivum tradere velint. Mittuntur de his rebus ad Caesarem legati. Iubet arma tradi, principes produci. Ipse in munitione pro castris consedit: eo duces producuntur; Vercingetorix deditur, arma proiciuntur. Reservatis Aeduis atque Arvernis, si per eos civitates reciperare posset, ex reliquis captivis toto exercitui capita singula praedae nomine distribuit."

D.B.G., VII, xic

"Op de volgende dag riep Vercingetorix een krijgsraad bijeen: hij wees er op dat hij die oorlog had ondernomen niet voor zijn eigen belangen maar omwille van de algemene vrijheid en aangezien men voor het noodlot moest zwichten, legde hij zijn lot in hun handen, hetzij zij door zijn dood de Romeinen wilden voldoening schenken, hetzij zij hem levend wilden uitleveren. Er werden gezanten naar Caesar gestuurd om daarover te onderhandelen. Deze beval de wapens uit te leveren en de stamhoofden bij hem te brengen. Vercingetorix werd uitgeleverd, de wapens aan Caesars voeten neergeworpen. Caesar hield de Aedui en de Arverni opzij, voor het geval hij hun stammen nog kon herwinnen, en verdeelde de overige gevangenen, één per hoofd, als buit over het ganse leger."

'Vercingetorix gooit zijn wapens neer aan Caesars' voeten' - schilderij van L. Royer (1899)

Het einde

"His rebus confectis in Aeduos proficiscitur; civitatem recipit. Eo legati ab Arvernis missi quae imperaret se facturos pollicentur. Imperat magnum numerum obsidum. Legiones in hiberna mittit. Captivorum circiter viginti milia Aeduis Arvernisque reddit. Titum Labienum duabus cum legionibus et equitatu in Sequanos proficisci iubet: huic Marcum Sempronium Rutilum attribuit. Gaium Fabium legatum et Lucium Minucium Basilum cum legionibus duabus in Remis collocat, ne quam ab finitimis Bellovacis calamitatem accipiant. Gaium Antistium Reginum in Ambivaretos, Titum Sextium in Bituriges, Gaium Caninium Rebilum in Rutenos cum singulis legionibus mittit. Quintum Tullium Ciceronem et Publium Sulpicium Cabilloni et Matiscone in Aeduis ad Ararim rei frumentariae causa collocat. Ipse Bibracte hiemare constituit. His litteris cognitis Romae dierum viginti supplicatio redditur."

D.B.G., VII,xc

"Toen alles voorbij was, vertrok hij naar het grondgebied van de Aedui en herwon de stam. Door de Arverni werden er daarheen legaten gezonden die beloofden zijn bevelen te zullen uitvoeren. Hij vorderde een groot aantal gijzelaars. De legioenen zond hij naar hun winterkwartieren. Ongeveer twintigduizend gevangenen schonk hij terug aan de Aedui en de Arverni. Hij beval Titus Labienus met twee legioenen en de ruiterij naar het land van de Sequani te vertrekken: hij wees hem Marcus Sempronius Rutilus toe. Hij plaatste de legaat Gaius Fabius en Lucius Minucius Basilus met twee legioenen bij de Remen opdat ze geen nederlaag zouden oplopen door de naburige Bellovaces. Gaius Antistius Reginus zond hij naar de Ambivareti, Titus Sextius naar de Bituriges, Gaius Caninius Rebilus naar de Ruteni, ieder met één legioen. Quintus Tullius Cicero en Publius Sulpicius plaatste hij te Cabillonum en te Matisco, Steden van de Aedui bij de Arar, om graan te verzamelen. Caesar zelf besloot te Bibracte te overwinteren. Toen de gebeurtenissen van dat jaar door een brief van Caesar bekend werden gemaakt te Rome, werd daar een dankfeest van twintig dagen gegeven."